vrijdag 20 maart 2015

Maar is het wel een museum?

Bron: https://fbcdn-sphotos-b-a.akamaihd.net/hphotos-ak-xap1/v/t1.0-9/p480x480/10945706_1530938960514543_7261994849135858062_n.jpg?oh=1da07952c9073307409c2e03d7f1e2a3&oe=5577272F&__gda__=1433929239_9b0abe67f0b9328337a5017c9907e7d6




























Eerder is het fenomeen selfies al aan bod gekomen op deze blog in Selfies avant la lettre.
Dit keer wil ik wijzen op een nieuw verschijnsel: een museum dat ontworpen is voor het maken van selfies.

Wereldwijd kampen vele musea met hetzelfde probleem: bezoekers die, al dan niet met ongewenste selfie sticks, foto's willen maken van zichzelf met een kunstwerk.
In Manila, de hoofdstad van de Filipijnen, heeft men daarom 's werelds eerste "selfiemuseum", Art in Island Interactive Art Museum, tot stand gebracht.

Het doel van Art in Island is niet om je te vergapen aan kunstwerken, maar om er foto's mee te maken. Dit is wat Art in Island over haar missie zegt op Facebook:

"Whenever you visit an art museum, you are always expected to just look around quietly. You are not allowed to touch anything nor take pictures. You don’t even have a single proof of you being there. That’s why, for those who think that “art museum is not for me”, we bring you ART IN ISLAND.

Art In Island allows visitors to interact and have fun with the art pieces. You can take as much pictures and videos as you want! Here in Art In Island, we want you to BE PART OF ART :)"

Het is een interessant, speels, out-of-the-box idee. Maar is een museum dat is ontworpen voor het maken van selfies wel een museum?


Bron: https://fbcdn-sphotos-c-a.akamaihd.net/hphotos-ak-xpa1/v/t1.0-9/10426842_1530938200514619_1673131635828801705_n.jpg?oh=edd720dfb04d53bba32371eb712d2920&oe=55AFE6E0&__gda__=1437668234_d28313a102f31f5178b917f46acb2e58
Bron: https://fbcdn-sphotos-a-a.akamaihd.net/hphotos-ak-xpa1/v/t1.0-9/10947338_1530938977181208_8300922123010488078_n.jpg?oh=8286058a6c4a1ad808041be6a790fb09&oe=5574FB58&__gda__=1437384242_95cb7d79f0babaf471b22e0b67e359c4
Bron: https://scontent-ams.xx.fbcdn.net/hphotos-prn2/v/t1.0-9/10941034_1553681374906968_7834327534472411823_n.jpg?oh=892421cd09d8df9cc1d01cf234405423&oe=55712118

dinsdag 24 februari 2015

Eeuwenoud Boeddhabeeld geeft geheimen bloot



Men wist reeds dat er een mummie was verborgen in dit Boeddhabeeld, dat uit de elfde of twaalfde eeuw stamt en vorig jaar in het Drents Museum was te zien. Maar nu heeft een CT-scan ervan het gemummificeerde lichaam van een boeddhistische monnik in zijn geheel zichtbaar gemaakt. Bovendien is er een verborgen geheim van het beeld aan het licht gekomen.

Afgelopen december werden onderzoeken uitgevoerd door een medisch team onder leiding van Erik Bruijn, expert op het gebied van boeddhistische kunst en cultuur, in het Meander Medisch Centrum in Amersfoort.

Door middel van een CT-scan kon het onderzoeksteam een beeld krijgen van de mummie, die overeenkomstig met Boeddha in Lotushouding lijkt te zitten. 




Daarnaast werden er stalen genomen van de beenderen voor een DNA-test en werd door middel van een endoscopie het lichaam onderzocht, waarbij stalen werden genomen van op dat moment nog onbekend materiaal. 

Met dit onderzoek gaf het beeld nog een geheim bloot: op de plek waar de rechter long ooit heeft gezeten bevinden zich oude Chinese tekstrollen. De inhoud van de teksten is tot nog toe onbekend. 

Het gemummificeerde lichaam is mogelijk van de boeddhistische meester Liuquan, die rond 1100 is gestorven. Er wordt door het onderzoeksteam niet uitgesloten dat het hier om "zelf-mummificatie" gaat, hetgeen niet ongebruikelijk was bij boeddhistische monniken.

Dit beeld met haar mummie van een Chinese boeddhistische monnik is uniek en de enige in haar soort die beschikbaar is voor wetenschappelijk onderzoek in het Westen.Na het onderzoek is het beeld gebracht naar het Natuurhistorisch Museum in Boedapest, alwaar het tot mei is te zien. 


ancient-chinese-buddhist-mummy-inside-statue-ct-scan-liuquan-2
Bron: http://www.dailymail.co.uk/news/article-2964089/Mummified-monk-inside-1-000-year-old-Buddha-statue-CT-scan.html

ancient-chinese-buddhist-mummy-inside-statue-ct-scan-liuquan-4
Bron: http://www.dailymail.co.uk/news/article-2964089/Mummified-monk-inside-1-000-year-old-Buddha-statue-CT-scan.html

ancient-chinese-buddhist-mummy-inside-statue-ct-scan-liuquan-3
Bron: http://www.dailymail.co.uk/news/article-2964089/Mummified-monk-inside-1-000-year-old-Buddha-statue-CT-scan.html

woensdag 7 januari 2015

Tentoonstellingsrecensie: Conventionele ‘Modern Times’ in vernieuwde Philipsvleugel Rijksmuseum


catalogus
Bron: https://www.rijksmuseum.nl/nl/modern-times
Een kleine week voordat het doek zou vallen, ben ik met mijn fotograferende vriend op de valreep naar Modern Times in het Rijksmuseum geweest.

Modern Times is de tentoonstelling waarmee de gerenoveerde Philipsvleugel op 1 november 2014 haar deuren opende als nieuwe tentoonstellingsvleugel van het Rijksmuseum. 

Bijna twee maanden nadat ik met interesse de gelijknamige editie van Kunstschrift had doorgenomen en elders in een recensie had gelezen dat het “groots en spannend tentoongesteld” was, was ik er klaar voor om een bijpassende belevenis te beleven, en mij te laten onderdompelen in deze veelbelovende fotografietentoonstelling – als fotopapier in de chemische baden van een doka.

Het voorportaal van Modern Times toont in zwart op witte muren een grote tijdlijn van fotografen. Het vormt een leuk visueel overzicht. Onze ogen vallen op namen als Eadweard Muybridge (bekend van de evenzo bekende bewegingsstudies van een galopperend paard), oorlogsfotograaf Robert Capa, Jan Banning, en George Hendrik Breitner, waarvan 7 schilderijen in de vaste opstelling van het Rijksmuseum te zien zijn.

Als we vervolgens vanuit dit voorportaal de eerste tentoonstellingsruimte betreden, wordt het mij pas echt duidelijk dat we hier een blik gaan werpen op de ruim 400 foto’s die het Rijksmuseum uit haar Schatkamer der Fotografie voor ons heeft geselecteerd. 

"Met ruim 400 foto’s laat de tentoonstelling de grote ontwikkelingen zien die de fotografie in de 20ste eeuw doormaakte: de opkomst van de journalistieke fotografie, amateurfotografie, kleurenfotografie, mode- en reclamefotografie en fotografie als kunst. Modern Times toont een breed overzicht: van zuiver documentair tot autonoom kunstzinnig. En van Eadweard Muybridge tot Viviane Sassen." Zo staat op de website van het Rijksmuseum.


"Modern Times ials presentatie opvallend conventioneel"


foto2
Jacques Henri Lartigue, Zissou opstijgend met zijn zelfgebouwde zweefvliegtuig, 1910. Collectie Rijksmuseum.
Bron: https://www.rijksmuseum.nl/nl/modern-times





















Rijen van foto's tegen achtergronden van witte muren, een aantal vitrines met opengeslagen fotoboeken en -albums, tentoonstellingsteksten op muren en bordjes met objectteksten. Modern Times is als presentatie opvallend conventioneel. Hierdoor is de tentoonstelling niet veel meer dan rijen honderden foto's. Er zijn geen interactieve beeldschermen en multimediale overdrachtsvormen. Ik mis prikkelende, sfeervolle en 'engagerende' elementen in de presentatie. 

Desalniettemin zijn de tentoongestelde foto's (in meerdere of mindere mate) interessant en/of mooi, en soms ook inspirerend. De bezoeker krijgt in Modern Times een redelijke tot goede indruk van de fotografie in de 20ste eeuw, afhankelijk van de hoeveelheid gelezen tentoonstellings- en objectteksten. 


"Af en toe ontbreekt het [...] aan oog voor detail"


Hurkend meisje Helen Levitt chromogene druk New York City, 1980  - Tentoonstelling: Modern Times in nieuwe vleugel Rijksmuseum - Tentoonstellingen - Uit en thuis
Helen Levitt, Hurkend meisje of 'Spider Girl', 1980. 
Collectie Rijksmuseum. 
Bron: http://static.jan-magazine.nl/thumbnails/genjPhotoPicture/detail/89/16/00/
hurkend-meisje-helen-levitt-chromogene-druk-new-york-city-1980-1689.jpg 

Af en toe ontbreekt het de tentoonstellingsmakers wel aan oog voor detail. Zo is in de objecttekst bij Hurkend meisje of 'Spider Girl van Helen Levitt te lezen dat het meisje mogelijk aan het plassen is. 
Zou de auteur van deze tekst beter naar de foto hebben gekeken dan zou deze het toch wel met ons eens moeten zijn geweest dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat het meisje aan het plassen was. Afgezien van de onhandige houding lijkt het ons vreemd dat zij haar onderkleding (geen onbelangrijk detail!) zou willen bevuilen. 
Nee, waarschijnlijk had ze gewoon wat laten vallen - haar sleutels of een haarelastiekje bijvoorbeeld.


"Modern Times toont een breed overzicht...

...van zuiver documentair tot autonoom kunstzinnig"


foto
Frank van der Salm, Tour, 2002. Collectie Rijksmuseum.
Bron: https://www.rijksmuseum.nl/nl/rijkscollege-modern-times

























De constatering en belofte van een recensent van een grootse en spannende beleving heb ik in Modern Times niet ervaren. Daartoe hebben we ons later die dag met gele 3D-brillen in Midden-aarde gewaand. 

Voor wie de tentoonstelling wil én nog kan gaan zien: Modern Times is nog maar even in het Rijksmuseum te zien, namelijk tot en met 11 januari 2015. 

Een heel geschikt alternatief voor degenen die de tentoonstelling niet (meer kunnen) bezoeken (maar ook zeker een aanvulling op een bezoek is), is de catalogus die bij de tentoonstelling is verschenen onder de titel Modern Times. Photography in the 20th Century. Deze is verkrijgbaar in pocketeditie en hardcover bij de Rijksshop en de webwinkel van het Rijksmuseum.

vrijdag 25 april 2014

'Omnia vincit amor.' Het huwelijksportret van Isaac Massa en Beatrix van der Laen.

Op 25 april 1622 traden Isaac Abrahamsz Massa en Beatrix van der Laen, de dochter van een oud-burgemeester van Haarlem, in het huwelijk in eerdergenoemde stad.
Frans Hals (ca. 1582-1666) – die te Antwerpen werd geboren en reeds op jonge leeftijd met zijn familie naar de Noordelijke Nederlanden vertrok, alwaar zij zich te Haarlem vestigden – heeft het echtpaar op een bijzondere en een voor de zeventiende eeuw ongebruikelijk wijze geportretteerd.


Frans Hals, Portret van een stel in een landschap, waarschijnlijk Isaac Abrahamsz Massa (1586-1643) en Beatrix van der Laen (1592-1639), ca. 1622, olieverf op doek, 140 x 167 cm, Rijksmuseum Amsterdam.
Bron: 
http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/7/70/Frans_Hals_056.jpg

Het stel is ten voeten uit afgebeeld en zit op een verhoging van steen onder een boom, waaromheen zich – contranatuurlijk – een wijnrank slingert. Zij bevinden zich in een tuin en zijn omgeven door distel en klimop. Rechts zijn twee omgevallen aardewerken potten te zien en op de achtergrond is een buitenverblijf met een classicistisch landhuis afgebeeld. In de hof vertoeven gracieuze paren in de aanwezigheid van een fontein, sculpturen en twee pauwen. Het echtpaar is in een ontspannen houding en glimlachend afgebeeld. Isaac Massa houdt zijn rechterhand bij zijn hart en Beatrix rust met haar rechterhand, waaraan opvallend haar trouwring prijkt, op de schouder van haar wederhelft.

Het schilderij is rijk aan iconografische verwijzingen, die ongewoon waren in de zeventiende eeuw voor een huwelijksportret. De wijnrank die zich om de boom heen slingert, is sinds de Oudheid een zinnebeeld van liefde, aanhankelijkheid, trouw, en in het bijzonder het huwelijk. In Ovidius’ Metamorphosen worden de olm en de wijnstok reeds als metafoor voor het huwelijk gebruikt. 

Later komen in emblemata de boom, of in het bijzonder de olm, en de wijnrank veelvuldig voor. Bovendien staat in Houwelick van Jacob Cats uit 1625 een door een wijnrank omslingerde boom achter een paar dat zich in de bloei van hun echtverbintenis bevindt. De klimop, die aan Beatrix’ linkerzijde is afgebeeld en over de aarde kronkelt, is ook sinds oudsher een symbool van liefde en aanhankelijkheid. 

De distel, die zich aan Isaac Massa’s rechterzijde bevindt, is echter sedert de Oudheid geassocieerd geweest met erotiek en seksualiteit. Omstreeks het einde van de vijftiende eeuw begon deze plant geassocieerd te worden met trouw. Een aantal distelsoorten stond zelfs beter bekend als ‘mannentrouw’. In de zeventiende eeuw werd de distel dan ook vrijwel niet meer gebruikt om naar de oude, erotische betekenis te verwijzen.

Andere liefdessymboliek is te vinden in de tuin op de achtergrond. De wandelende paartjes, de fontein, en de pauwen – attributen van Hera, de Griekse godin van het huwelijk – zijn kenmerken van de middeleeuwse liefdestuin.

Vergilius bezong de liefde toen hij de woorden 'Omnia vincit amor, et nos cedamus amori' optekende. Liefde overwint alles, en laten ook wij ons overgeven aan de liefde. In de context van dit huwelijksportret kunnen de twee aardewerken potten, die symbool staan voor de vergankelijkheid van het menselijk bestaan, verwijzen naar een liefde en verbintenis die zelfs de dood overwint.

De ontspannenheid en ongedwongenheid van de houdingen van het glimlachende echtpaar is uitzonderlijk voor zeventiende-eeuwse portretten. In het gros van de portretten die de Gouden Eeuw heeft voortgebracht, komt de heersende idee van tranquillitas, een kind van het neo-stoicijnse gedachtegoed, tot uiting. Hiervan is niets terug te zien in het schilderij van Massa en zijn bruid. Echter is een zekere losheid van de geportretteerde(n) niet vreemd binnen het oeuvre van Frans Hals, en zelfs kenmerkend. Portret van Catharina Hooft en haar min uit omstreeks 1620 is hier ook een voorbeeld van. 


Frans Hals. Portret van Catharina Hooft en haar min. Ca. 1620. 
Olieverf op doek. 92 × 68 cm. Gemäldegalerie, Staatliche Museen, Berlijn.
Bron: http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/1/1f/Frans_Hals_-_Portret_van_Catharina_Hooft_en_haar_min.jpg


Bovendien is het opmerkelijk dat het echtpaar samen is afgebeeld, en niet op een eigen canvas om vervolgens als pendanten naast elkaar te worden opgehangen, hetgeen zowel in het algemeen als voor Frans Hals gebruikelijk was. Misschien is het zelfportret van Rubens met zijn vrouw Isabella Brant uit omstreeks 1609 een van de inspiratiebronnen geweest. Wellicht heeft Frans Hals dit doek gedurende zijn verblijf in Antwerpen in 1616 gezien.


Peter Paul Rubens. Rubens en Isabella Brant in het kamperfoelieprieel. Ca. 1609. 
Olieverf op doek. 178 x 136,5 cm. Alte Pinakothek, München.
Bron: http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/5/55/Peter_Paul_Rubens_105.jpg


Er zijn meerdere mogelijke verklaringen voor het uiterlijk van het portret in zijn totaliteit. Feit is dat Isaac Massa een zeer ontwikkeld man was. Hij was koopman, diplomaat en een Ruslandkenner. Daarnaast was hij 21 juli 1623 getuige bij de doop van een van Frans Hals’ kinderen. Het is plausibel dat hij een beduidende rol heeft gespeeld in de invulling van het schilderij. De geportretteerde had immers doorgaans wat te zeggen over hoe hij of zij werd afgebeeld.

In de periode dat dit huwelijksportret tot stand kwam, schilderde Dirck Hals (1591-1656) feestelijke, galante gezelschappen die zich in een landschap bevinden, waaronder De Buitenpartij uit 1627. 


Dirck Hals. De Buitenpartij. 1627. Olieverf op doek. 77.6 x 135.7 cm. Rijksmuseum, Amsterdam. 

(Omgeving van) Dirck Hals. Musicerend gezelschap, of galant gezelschap in een pastoraal landschapOlieverf op hout. 47 x 63.5 cm.


Het schilderij Musicerend gezelschap roept mogelijk nog meer associaties op. Wellicht is Frans Hals beïnvloed door dergelijke ‘galante gezelschappen’ – een categorie van schilderijen die in Haarlem tot grote ontwikkeling kwam door onder andere Dirck Hals, Esaias van de Velde en Willem Buytewech. 

Of waren Isaac en Beatrix bekend met het werk van de andere Hals en wilden zij in een landschap – in het bijzonder een liefdestuin – worden afgebeeld? Een verwantschap tussen hun huwelijksportret en de schilderijen met een galant gezelschap in een landschap lijkt er te zijn.
Allicht is een pas gesloten huwelijk tussen twee geliefden een gelegenheid die uitnodigt tot een vrolijke partij en feestelijk samenzijn, en boven alles een reden geeft tot een glimlachend bruidspaar.




Bronnen:

  • Adams, Ann, Jensen. Public Faces and Private Identities in Seventeenth-Century Holland. Portraiture and the Production of Community. 2009: 79.
  • Ekkart, Rudi. Quentin Buvelot. ‘Hollanders in beeld: portretten uit de Gouden Eeuw.’ [tent.cat.] Den Haag: Koninklijk Kabinet van Schilderijen Mauritshuis; Londen: National Gallery. 2007: 30.
  • Frans Hals Museum. De Gouden Eeuw viert feest. <http://www.franshalsmuseum.nl/tentoonstelling/archief/12/de-gouden-eeuw-viert-feest>
  • Jongh, E. de. P.J. Vinken. 'Frans Hals als voorzetter van een emblematische traditie: bij het huwelijksportret van Isaac Massa en Beatrix van der Laen. 'Oud Holland LXXVI (1961): 117-152: 117.
  • Jongh, E. de. ‘Portretten van echt en trouw: huwelijk en gezin in de Nederlandse kunst van de zeventiende eeuw.’ [tent.cat.] Haarlem: Frans Halsmuseum. 1986: 124-130: 124.
  • Ovidius, vert. M. d’Hane-Scheltema. Metamorphosen. 2011: XIV 661-667.

maandag 3 maart 2014

Berthe Morisot. Moderniteit in de kunst van een bourgeoisievrouw. (2/2)

NB: Dit is het vervolg op Moderniteit in de kunst van een bourgeoisievrouw. (1/2) 


Het oeuvre van Berthe Morisot


Het merendeel van de onderwerpen in Berthe Morisots impressionistische oeuvre betreft haar sociale en fysieke omgeving, het dagelijks leven en de verschillende levensfasen van de vrouw. Ook maakte zij onder andere een reeks zelfportretten en schilderijen naar aanleiding van reisjes die zij met haar familie maakte, zoals Eugène Manet on the Isle of Wight.

In meerdere schilderijen van Berthe Morisot zijn familieleden van haar afgebeeld. Veelal zijn dit Julie en Eugène Manet en haar zus Edma. Aan de hand van een aantal schilderijen zal ik de thematiek binnen haar oeuvre verkennen en koppelen aan het zijn van een bourgeoisievrouw in het negentiende-eeuwse Parijs. 



Berthe Morisot, Eugène Manet on the Isle of Wight, 1875. Olieverf op doek, 38 x 46 cm. 
Musée Marmottan Monet, Parijs, afkomstig uit Levesque, Emmanuelle ed. ‘Berthe Morisot 1841-1895.’ 
[tent.cat.] Parijs: Musée Marmottan Monet, 2012: 91.


Een belangrijk, veel terugkerend aspect in Berthe Morisots oeuvre zijn de activiteiten van alledag van de bourgeoisievrouw in een voorstad als Passy. Het gaat hier zowel om schilderijen die taferelen binnenshuis als buitenshuis tonen. Op dergelijke schilderijen zijn bijvoorbeeld vrouwen te zien die lezen, zich aan het toiletteren zijn of een waaier in hun hand hebben. Voorbeelden hiervan zijn The mother and sister of the artist (Reading)The bath (Girl arranging her hair)Woman at her toilette en Young woman at a window (The artist’s sister at a window)



Berthe Morisot, The mother and sister of the artist (Reading). 1869-70. 
Olieverf op doek, 101 x 81.8 cm. National Gallery of Art, Washington, D.C., 
afkomstig uit Perspectives on Morisot. 1990: 11. 

Berthe Morisot, The bath (Girl arranging her hair). 1885-86. 
Olieverf op doek, 91.1 x 72.3 cm. Sterling and Francine Clark Art Institute, 
Williamstown, Massachusetts, afkomstig uit Perspectives on Morisot. 1990: 27.

Berthe Morisot. Woman at her toilette. 1875-80. 
Olieverf op doek, 60.3 × 80.4 cm. Art Institute Chicago, 
afkomstig van Art Institute Chicago. Woman at her toilette

Berthe Morisot, Young woman at a window (The artist’s sister at a window). 1869. 
Olieverf op doek, 54.8 x 46.3 cm. National Gallery of Art, Washington, D.C., 
afkomstig uit Perspectives on Morisot. 1990: 10.


De laatstgenoemde laat een zittende bourgeoise met een waaier in haar handen zien, die zich in het interieur van een huis met een blik op de buitenwereld bevindt. Een deur naar het balkon is geopend en de overkant van de straat is te zien. Bovendien kan in Young woman at a window (The artist’s sister at a window) de relatie tussen het private en publieke leven worden gezien. Het doet denken aan schilderijen uit het oeuvre van Gustave Caillebotte, waarin dit thema veelvuldig voorkomt, zoals Young man at the window (René Caillebotte).



Gustave Caillebotte, Young man at the window (René Caillebottte). 1875. 
Olieverf op doek, 117 x 82 cm. Private collective, 
afkomstig van The artchive, Caillebotte, Gustave: Young man at his window. 
Bron: http://www.artchive.com/artchive/ C/caillebotte/c-botte_window.jpg.html


Een kenmerk van moderniteit in het negentiende-eeuwse Parijs was het ontstaan van een belangrijke scheiding tussen het publieke en private leven. Het dagelijkse leven ging meer plaatsvinden in de publieke ruimte. In the dining room laat heel duidelijk de bourgeoisievrouw in het decor van haar private leven – haar dagelijkse, huiselijke omgeving – zien.


Berthe Morisot, In the dining room, 1886. 
Olieverf op doek, 61.3 x 50 cm, National Gallery of Art, Washington, D.C., 
afkomstig van National Gallery of Art. In the dining room. 
Bron: http://www.nga.gov/fcgibin/timage_f?object=46660&image=10483 &c= 


Het Bois de Boulogne, dat aan Passy grenst, leende zich voor Morisot ook als onderwerp voor een aantal van haar werken. Berthe Morisot en Mary Cassatt hadden een andere benadering ten opzichte van dit park dan mannelijke schilders. Greg M. Thomas stelt dat deze twee impressionistes, en ook Édouard Manet, in bepaalde schilderijen met een park vrouwen representeren als gelijk zijnde aan de flâneur wat betreft het bepalen en domineren van de publieke ruimte. Een bekend voorbeeld van een schilderij van Berthe Morisot met een tafereel uit het Bois de Boulogne is A summer’s day uit 1879.
       


Berthe Morisot, A summer’s day, 1879. Olieverf op doek, 45.7 x 75.3 cm. The National Gallery, Londen, afkomstig uit Levesque, Emmanuelle ed. ‘Berthe Morisot 1841-1895.’ [tent.cat.] Parijs: Musée Marmottan Monet, 2012: 109.


In haar schilderij A summer’s day heeft Berthe Morisot de bourgeoises in een private, intieme sfeer afgebeeld op het meer van de Bois de Boulogne vol modern spektakel, waarvan in dit werk verder niets is te zien. De Bois de Boulogne lijkt te worden voorgesteld als een deel van de voorstad of, meer specifiek, van de dagelijkse omgeving waarin bourgeoises zich vrij konden begeven.

View of Paris from the Trocadéro uit 1871-72 is ook een werk dat sterk gefocust is op Berthe Morisots directe omgeving. Morisot woonde van 1860 tot december 1874, toen zij met Eugène Manet trouwde, aan de Rue Franklin, die grenst aan de tuinen van het Trocadéro. Toen zij dit werk schilderde, was zij dus nog ongehuwd en woonde zij vlakbij het Trocadéro. Het vergezicht op Parijs was dan ook buitengewoon vertrouwd voor haar. 



Berthe Morisot. View of Paris from the Trocadéro. Ca. 1871-72. Olieverf op doek, 45.9 x 81.4 cm.
Santa Barbara Museum of Art, afkomstig uit Perspectives on Morisot. 1990: 13.


Op het schilderij zijn in de verte onder andere de Hôtel des Invalides, het Pantheon en de Nôtre Dame duidelijk te zien. De twee vrouwen en het meisje op de voorgrond van het kunstwerk zouden buren of familieleden van Morisot kunnen zijn. Het meisje in het schilderij aanschouwt Parijs. Probeert ze zich een voorstelling te maken van de stad en het leven daar? Vraagt ze zich misschien af of ze Parijs ooit eens (onafhankelijk) zal bezoeken? 

De twee vrouwen staan met hun rug naar de stad. Hierdoor ontstaat een grotere afstand tussen de vrouwen en Parijs. Hetgeen wordt versterkt door het hek. Ook de tuinen en de rivier vormen een afscheiding. In View of Paris from the Trocadéro komt duidelijk een begrenzing naar voren. Een dergelijke begrenzing is ook terug te zien in On the balcony uit 1872. 


Berthe Morisot. On the balcony. Ca. 1871-72. Olieverf op doek, 60 x 50 cm.
Private collectie,
afkomstig uit Perspectives on Morisot. 1990: 14.



Door de onbereikbaarheid van Parijs voor de vrouwen lijkt het alsof zij zich hiervan ook hebben gedistantieerd, alsof zij letterlijk de stad hun rug hebben toegekeerd. Voor het meisje is misschien nog hoop om in de toekomst vrij deel uit te mogen maken van het stadse leven. Of Berthe Morisot dit ook dacht weet ik niet, maar wellicht is het een mooie interpretatie. Op zijn minst wordt ook in View of Paris from the Trocadéro het dagelijks leven van bourgeoisievrouwen weergegeven in hun eigen, vertrouwde omgeving van Passy, waar doordeweeks het straatbeeld voornamelijk uit vrouwen en kinderen bestond.

Reeds is genoemd dat Berthe Morisot de verschillende levensfasen van de vrouw, en daarmee ook wat het inhoudt om een vrouw te zijn, vastlegde in een aantal van haar kunstwerken. Dit betekent niet dat zij louter meisjes en vrouwen van verschillende leeftijden schilderde. In haar kunst wist zij de verschillende belangrijke rites de passages van de vrouw vast te leggen. 

Zo schilderde zij zwangere vrouwen, hetgeen mannelijke schilders in die tijd zelden afbeeldden. Een voorbeeld hiervan is Portrait of Edma Pontillon uit 1871, dat de zwangere zus van Morisot toont. 



Berthe Morisot. Portrait of Edma Pontillon. 1871. Pastel op papier, 81.5 x 65. 8 cm. Musée d’Orsay, Parijs, 
afkomstig van Musée d’Orsay. Portrait de Madame EdmaPontillon, née Edma Morisot, soeur de l'artiste. 


In The cradle (1872) komt een ander stadium van het moederschap tot uiting: een zittende vrouw kijkt naar een baby dat in een wiegje ligt. Mogelijk heeft Berthe Morisot hier haar zus met kind geschilderd.


Berthe Morisot. The cradle. 1872. Olieverf op doek, 56 x 46.5 cm. Musée d’Orsay, Parijs, 
afkomstig van Musée d’Orsay. Le berceau.


Tevens heeft Morisot een vrouw die borstvoeding geeft afgebeeld. Het gaat hier om het schilderij Wet nurse (Nursing) uit 1879. 




Berthe Morisot. Wet nurse (Nursing). 1879. 
Olieverf op doek, 50 x 61 cm. Private collection, Washington, D.C., afkomstig uit Perspectives on Morisot. 1990: 22.


Dit schilderij is volgens Linda Nochlin innovatief in zijn onderwerp daar het niet een moeder met haar kind laat zien, maar een min, die voor het zogen van het kind werd betaald. Specifieker: Berthe Morisot schilderde de min en haar dochtertje. Nochlin duidt dit schilderij als een werktafereel, en als een werk waarin twee beroepen samenkomen en het kindje een brug vormt tussen twee maatschappelijke klassen. Naar mijn mening vertelt Wet nurse (Nursing) iets over een belangrijke fase uit het leven van Morisot, en bourgeoises in het algemeen. Het inhuren van een min was immers gebruikelijk in haar sociale klasse. Nochlin schrijft het volgende over de min:
         
‘She is like the prostitute in that she sells her body, or its product, for profit and her client’s satisfaction; but unlike the prostitute, she sells her body for a virtuous cause. She is at once a mother – seconde mère, remplaçant – and an employee. She is performing one of woman’s “natural” functions, but she is performing it as work, for pay, in a way that is eminently not natural but socially ordained.'

Het afbeelden van prostituees wordt gezien als een fenomeen van moderniteit van het negentiende-eeuwse Parijs. Prostituees maakten onderdeel uit van het publieke leven in de stad, en derhalve van het straatbeeld. Diverse mannelijke kunstenaars uit die tijd hebben vrouwen van lichte zeden in hun werk vastgelegd. Als er iets bestond als een vrouwelijke perceptie van moderniteit, dan kan het afbeelden van een min, die zich in de leefomgeving van bourgeoises bevond, wellicht als een teken van die moderniteit worden beschouwd.


Tot slot...


Er is een contrast tussen enerzijds een mannelijke en anderzijds een vrouwelijke visie en ervaring van moderniteit in het Parijs van de negentiende eeuw. Bourgeoisievrouwen konden niet volledig deelnemen aan het beleven van de moderniteit, zoals deze doorgaans wordt gedefinieerd. Zij werden als het ware buitengesloten van de monumenten van het moderne leven in de metropool. De voorsteden van Parijs ontwikkelden zich tot het decor van het alledaagse leven voor vele bourgeoises.

In het impressionistische oeuvre van Berthe Morisot zie ik diverse tekenen van moderne kenmerken van het negentiende-eeuwse Parijs. De invloed van de Haussmannisering, die een groot (overkoepelend) fenomeen van moderniteit was, was ook zichtbaar in Berthe Morisots omgeving. De Bois de Boulogne is hier een belangrijk voorbeeld van. Met de wijze waarop zij dit park heeft afgebeeld, roept Berthe Morisot een andere perceptie van moderniteit op. Haar visie lijkt zowat een discussie aan te gaan met de perceptie van het moderne, negentiende-eeuwse Parijs door de ogen van de mannelijke flâneur, ofwel het heersende beeld van moderniteit. Tekens van het moderne spektakel zijn weggelaten, en een private sfeer is toegevoegd aan een tafereel dat zich in een populaire plaats van het publieke leven plaatsvindt.

Een kenmerk van moderniteit in het negentiende-eeuwse Parijs was het ontstaan van een belangrijke scheiding tussen het publieke en private leven. Tevens ging het dagelijkse leven meer plaatsvinden in de publieke ruimte. De relatie tussen het private en publieke leven kan worden gezien in bijvoorbeeld Young woman at a window (The artist's sister at a window)

Het afbeelden van prostituees wordt gezien als een fenomeen van moderniteit van het negentiende-eeuwse Parijs. Als er iets bestond als een vrouwelijke perceptie van moderniteit, dan kan – wanneer wij Nochlins idee over de min en de prostituee in het achterhoofd houden – het afbeelden van een min, die zich in de leefomgeving van bourgeoises bevond, wellicht als een teken van die moderniteit worden beschouwd.

De bourgeoisie die in de voorsteden van Parijs ging wonen en de regels waaraan de bourgeoise was gebonden, zijn tevens typerend voor Morisots tijd en kunnen worden teruggevonden in haar schilderijen. In View of Paris from the Trocadéro en On the balcony zijn slechts een  gezicht op Parijs te zien. Ze kon geen momentopnamen van het leven in het hart van de metropool vastleggen. Berthe Morisot plaatst in deze twee schilderijen de beleving van de bourgeoise in haar geïsoleerde omgeving van Passy tegenover het ‘verre’ Parijs met diens publieke leven en atmosfeer van spektakel. Naar mijn mening heeft Morisot in deze werken een belangrijk element van het moderne leven in de tweede helft van de negentiende eeuw vastgelegd. Het laat zien dat moderniteit in het negentiende-eeuwse Parijs tegenstellingen kent, dat een modern fenomeen ook een keerzijde kan hebben. Het impressionistische oeuvre van Berthe Morisot ondersteunt hiermee T.J. Clarks idee van de mythe van moderniteit.

Morisot heeft het moderne leven van de negentiende-eeuwse bourgeoisievrouw weten te vangen in haar kunstwerken. Haar oeuvre lijkt aan te tonen dat er sprake is van een mannelijke en vrouwelijke perceptie en beleving van moderniteit. Berthe Morisot schiep een ander beeld van moderniteit, dat verschilt van dat van verscheidene mannelijke schilders en dat van Charles Baudelaire. 

Berthe Morisot kan als een “schilder van het moderne leven” worden gezien, alhoewel op een andere wijze dan waartoe Baudelaire had opgeroepen. Zij documenteerde het moderne leven in de voorstad Passy, die doordeweeks aan de bourgeoisievrouwen en hun kinderen toebehoorde.




Geraadpleegde literatuur:
-     Adler, Kathleen. ‘The suburban, the modern and une dame de Passy.’ Oxford Art Journal, 12/1 (1989): p. 3-13.
-     Baudelaire, Charles, ‘The painter of modern life.’ In: Charvet, P.E. vert. Charles Baudelaire. Selected writings on art and literature, 1972: p. 402-406; p. 419-433.
-     Clark, T.J. The painting of modern life. Paris in the art of Manet and his followersLonden, 1985.
-     Garb, Tamar. Women impressionists. Oxford, 1986.
-     Havice, Christine. ‘The artist in her own words.’ Woman's art journal, 2/2 (1981-1982): p. 1-7.
-     Higonnet, Anne. ‘The other side of the mirror.’ In: Edelstein, T.J. red. Perspectives on MorisotEerste druk. New York: Hudson Hills Press, 1990: p. 67-78.
-     Kessler, Marni. ‘The bourgeoise, the veil, and Haussmann’s Paris.’ In: D´Souza, Aruna, Tom McDonough red. The invisible flâneuse? Gender, public space, and visual culture in nineteenth-century Paris. 2006: p. 49-64
-     Lindsay, Suzanne Glover. ‘Berthe Morisot: nineteenth-century woman as professional.’ In: Edelstein, T.J. red. Perspectives on Morisot. Eerste druk. New York: Hudson Hills Press, 1990: p. 79-90.
-     Nochlin, Linda. ‘Morisot’s Wet nurse: the construction of work and leisure in impressionist painting.’ In: Edelstein, T.J. red. Perspectives on Morisot. Eerste druk. New York: Hudson Hills Press, 1990: p. 91-102.
-     Pollock, Griselda. ‘Modernity and the spaces of femininity.’ Vision and difference: femininity, feminism and the histories of art. London, 1988: p. 50-90.
-     Pollock, Griselda. ‘Women, art and ideology. Questions for feminist art historians.’ Woman's art journal, 4/1 (1983): p. 39-47.
-     Rey, Jean Dominique. vert. Jennings, Shirley. Berthe Morisot. Naefels 1982.
-     Thomas, Greg M. ‘Women in public in the parks of Paris.’ In: D´Souza, Aruna, Tom McDonough red. The invisible flâneuse? Gender, public space, and visual culture in nineteenth-century Paris. 2006: p. 31-48.